Voor de meeste tandheelkundige ingrepen die in de tandartsenpraktijk worden uitgevoerd, is het gewenste niveau van sedatie licht tot gematigd.
Sedatie bij deze procedures heeft tot doel de veiligheid en het welzijn van de patiënt te garanderen, het ongemak tot een minimum te beperken en ervoor te zorgen dat de chirurgische ingreep in alle veiligheid kan worden uitgevoerd. Hierbij is sedatie met TCI (Target Controlled Infusion) een toegevoegde waarde.
Sedatie wordt bereikt door het toedienen van hypnotische en kalmerende medicijnen, meestal intraveneus, die in verschillende vormen kunnen worden toegediend.
Het doel van alle toedieningsvormen is het bereiken en behouden van het therapeutische effect van de medicatie tijdens de procedure, waarbij bijwerkingen worden vermeden. Intraveneuze medicijnen worden over het algemeen toegediend volgens “standaard” doseringen. Voor intraveneuze anesthetica is gewicht doorgaans de enige variabel voor de patiënt. Patiëntkenmerken zoals leeftijd, geslacht of nierfunctie worden meestal niet meegenomen vanwege een complexe wiskundige relatie tussen deze variabelen en de dosis.
Van oudsher zijn er twee methoden om geneesmiddelen intraveneus toe te dienen tijdens verdoving/sedatie:
Anesthetica hopen zich tijdens de toediening echter op in de weefsels, vooral als ze continu en/of langdurig worden toegediend. Daarom is het mogelijk dat de hoeveelheid geneesmiddel die gedurende de procedure moet worden toegediend niet constant is en zal deze moeten worden aangepast, wat bij deze methoden moeilijk is.
Deze moeilijkheid kan worden overwonnen met berekeningen van een “computer/microprocessor” die is ingebed in een infuuspomp. De wiskundige complexiteit van het incorporeren van patiëntkenmerken (zoals gewicht, lengte, leeftijd, geslacht en aanvullende biomarkers) zijn eenvoudige berekeningen voor een computer. Met behulp van bekende farmacokinetische principes kunnen computers de hoeveelheid geneesmiddel berekenen die zich tijdens de toediening in de weefsels heeft opgehoopt en de infusiesnelheid aanpassen om een stabiele concentratie in het plasma of het betreffende weefsel, meestal de hersenen, te handhaven. En dit is de basis van een derde type toediening van anesthetica, doelgestuurde infusie (“Target-controlled infusion, oftewel TCI”).
Bij TCI voert de anesthesist een gewenste concentratie in. De “microprocessor” berekent de hoeveelheid medicatie die direct in één keer moet worden toegediend en de gewenste snelheid daarna om de gewenste concentratie op hersenniveau te bereiken. Als het nodig is de mate van sedatie te verlagen of te verhogen, definieert de anesthesist eenvoudigweg de gewenste medicijnconcentratie en maakt de “computer” de berekeningen automatisch.
TCI maakt het dus mogelijk zeer stabiele hersenconcentraties van het medicijn te verkrijgen en maakt een eenvoudige en voorspelbare controle van de diepte van de sedatie mogelijk. Daarnaast kan het sedatieniveau snel, betrouwbaar en nauwkeurig worden aangepast. Het gebruik van medicijnen die snel door het lichaam worden opgenomen en het gebruik van TCI garandeert veiligheid, efficiëntie en flexibiliteit.
Intraveneuze sedatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van continue infuusapparatuur die sedatie met TCI kan uitvoeren, garandeert een hoog niveau van veiligheid en kwaliteit, waarbij aangepaste en adequate sedatie wordt geboden voor het uitvoeren van de geplande behandeling.